Invasieve behandeling van primaire trigeminusneuralgie
Een invasieve behandeling is een ingreep waarbij een instrument of een naald bij de patiënt soms door de huid naar binnen wordt gebracht. Een invasieve behandeling is ingrijpend en wordt pas overwogen als eerdere behandeling met medicijnen onvoldoende effect heeft.
Als patiënt met chronische aangezichtspijn zijn voor u 3 soorten ingrepen van belang:
- microvasculaire decompressie (MVD; operatie volgens Jannetta)
- behandeling met een Gamma Knife
- zenuwblokkade
Onderstaand worden deze ingrepen verder besproken.
Microvasculaire decompressie (MVD)
Bij een MVD van de trigeminuszenuw (operatie volgens Jannetta) brengt de neurochirurg een stukje teflon aan tussen de zenuw en het bloedvat. Dat heft de druk op de zenuw op (vandaar de naam ‘decompressie’). MVD is zeer effectief bij trigeminusneuralgie en het effect houdt lang aan.
Complicaties: Zeer ernstige complicaties treden op bij circa 0,5-1%: overlijden, hersenbloeding of -infarct. Bij 3-5% is er lekkage of ophoping van hersenvocht en/of letsel van hersenzenuwen. Het percentage complicaties hangt af van de ervaring van de neurochirurg en het aantal verrichte MVD’s in een centrum.
De Jannetta-operatie is wel ingrijpend, maar het is niet meer een langdurige ziekenhuisopname. U moet wel met zorg een goed adres kiezen waar men deze ingreep geregeld doet.
Behandeling met een Gamma Knife
Behandeling met een Gamma Knife noemt men ook wel stereotactische radiochirurgie (SRS). Deze beide namen (knife = mes) wekken ten onrechte de indruk dat dit een operatie is. Het gaat om een zeer gerichte bestraling met gammastralen van de aangezichtszenuw. SRS heeft als voordeel dat relatief weinig complicaties optreden, maar als nadeel dat de pijn vaker terugkomt dan bij microvasculaire decompressie.
Vermindering van de pijn treedt gemiddeld pas een maand na de behandeling op.
Terugval: Het nadeel van SRS is dat na enkele jaren de pijn kan terugkeren.
Complicaties: Ernstige complicaties komen bij SRS zeer zelden voor. Bij 4-10% zijn er bijwerkingen zoals gevoelsklachten en/of tintelingen in het gelaat. Zelden heeft men minder smaak en zwakkere kauwspieren.
Tweede bestraling na terugkeer van pijn: Als de pijn terugkeert, kan de behandeling opnieuw worden uitgevoerd, eventueel met een hogere dosering. Hierbij neemt echter ook de kans op bijwerkingen (gevoelsstoornissen) toe.
Zenuwblokkade
Hierbij maakt de behandelaar een kleine beschadiging aan een takje van een zenuw.
Deze onderbreking komt in de dunne vezel die de pijn doorgeeft. Dit kan op verschillende manieren:
- Bij radiofrequente blokkade wordt met wisselstroom warmte opgewekt.
- Bij een chemische blokkade krijgt u een injectie van glycerol.
- Bij zenuwblokkade met een ballon knelt men de zenuw af door het opblazen van een ballonnetje.
Complicaties: Bij 4-30% van de patiënten zijn er bijwerkingen, meestal gevoelsstoornissen. Zelden treden klachten van de kauwspieren (minder kauwkracht) en uitval van een andere hersenzenuw op. Bij 0-10% komen ernstiger bijwerkingen voor (gevoelloosheid met ernstige pijn, zeer hinderlijke oogklachten en onherstelbare problemen van de oogspier). Hersenvliesontsteking of lekkage van hersenvocht komt zeer zelden voor.
Het percentage bijwerkingen blijkt af te hangen van de ervaring van de behandelaar en het aantal behandelingen per jaar in eenzelfde ziekenhuis.
Een zenuwblokkade is een goed alternatief voor patiënten die geen MVD willen of kunnen ondergaan, maar er is wel een kans dat de pijn na verloop van tijd terugkomt.
De behandeling kan dan herhaald worden, maar kans op ernstige bijwerkingen neemt dan toe.